De tentoonstelling in Lokaal 01, Breda, opende eind 1991. De tentoonstellingsruimte bestond uit twee lokalen boven elkaar. Beneden had ik onderdelen opgesteld van installaties die ik eerder had gemaakt.

In het midden stond een tafel met een damasten tafelkleed, acht meter lang, onder een luifel, waar tijdens de opening pasteien werden geserveerd. De maaltijd was een werk. De oven en borden bleven gedurende de hele tentoonstelling staan.

Ik was het doofstomme karakter beu van veel werken uit de jaren 1980: de afstandelijkheid de ironie, het oppervlak zonder diepte, de zelfreferenties. Het leek die jaren of kunstenaars en curatoren het besef met zich meedroegen dat hun circuit een circuit van uitverkorenen was.
Het moest anders. Het tegenovergestelde van de doofstomme geste, dacht ik, was een sociaal gesprek terugkeren. Vandaar die maaltijd.

Boven stonden legvitrines met materiaal dat kon worden geassocieerd met de leesbaarheid van architectuur. Er lagen illustraties uit 20.000 mijlen onder zee (Verne), afbeeldingen van Villa Malaparte, de eerste leerboeken architectuur die ooit voor een technische school waren gemaakt (Durand, 1802-1805) en er stond een lange, gekromde boekenkast met achterin een spiegel. De spiegel verdubbelde alle rijen boekenplanken zonder je de mogelijkheid te geven jezelf in de spiegel te zien.

Buiten voor de entree stond een soort kist met een slaapzak: Slaapplaats voor een dakloze.

  • titel Lokaal 01
  • materiaal aluminium, t.l.'s, behang, linnen, canvas, damast, aardewerk, bestek, oven