Vier tekeningen, die elk op elkaar aansluiten. Samen vormen zij een panoramisch beeld van een spooremplacement. Ze zijn gemaakt voor de film Diego Rivera in de Sovjet Unie – een computeranimatie.
Twee personages speelden in deze tekeningen een hoofdrol: Diego Rivera en Willi Münzenberg.
In de tekening is Willi Münzenberg (1889-1940) de man met het donkere pak naast een Bauhaus-achtige pop.
Münzenberg was een soort agent voor de Soviet Unie. Hij stond aan het hoofd van de jeugdorganisatie van de communistische internationale en was chef van een groot deel van de communistische pers in Duitsland en had daarmee de macht van een krantenmagnaat: hij beheerde in Duitsland 6 dagbladen, en een aantal periodieken (waaronder de AIZ – het blad waar Heartfield zijn anti-nazistische prenten voor maakte en ook, minder beroemd, zijn anti-sociaaldemocratische prenten), hij was directeur van het Russische filmproductiebedrijf Mezjrobprom (dat als eerste de films van Eisenstein naar het westen bracht). Verder richtte hij de Vereniging voor Arbeidersfotografen op – waar in Nederland Cas Oorthuys, John Fernhout, Mark Kolthoff en Wally Elenbaas lid van waren.
Münzenberg organiseerde congressen, grote manifestaties waar min of meer neutrale intellectuelen aan meededen (Gide, Malraux etc.) om de vrede uit te dragen, met het verborgen achterliggend doel de ontwapening van de democratische landen te bespoedigen. Het Amsterdams congres tegen de oorlog vond plaats in 1932. Vrijwel niemand wist, begrijp ik, dat het congres was geregisseerd door communisten (wisten de communisten het zelf dan wel?) Münzenberg organiseerde ook de ophef achter de zaak met Sacco en Vanzetti en de ophef over de vermeende rol van de communisten achter de Rijksdagbrand – naast Marinus van der Lubbe hadden de nazi’s communisten voor het gerecht gebracht, die door de publiciteitsmachine van Münzenberg op vrije voeten moesten worden gesteld. Hij publiceerde naar aanleiding van deze processen de Bruinboeken; de schandaalkronieken van het beginnend nazi-regime. De lijst met zijn activiteiten is nog langer. Zijn rol in de pers, organisaties en manifestaties overschaduwt zijn bemoeienissen met de kunst. Toch is hij het die hoogstwaarschijnlijk El Lissitzky’s activiteiten in Duitsland financierde. Eind jaren twintig raakte El Lissitsky’s werk in de Sovjet Unie steeds meer in de verdrukking. In diezelfde jaren gaf Lissitsky in Duitsland echter vorm aan spraakmakende tentoonstellingen. Zeker is dat Münzenberg Lenin tijdens een persoonlijk onderhoud heeft gevraagd El Lissitzky uit te zenden en dit financieel te steunen. Dat Münzenberg in de catalogus over het werk van El Lissitsky in het Van Abbemuseum (Eindhoven, 1990) niet werd genoemd is echt een ommissie; een kunstenaar die feitelijk als agent van de Soviet Unie werd uitgezonden wordt alleen gezien als een exponent van het internationale modernisme (- wat ie natuurlijk óók was). Münzenberg regelde ook de reis van Diego Rivera naar Moskou en Odessa en de reis van John Heartfield naar verschillende plaatsen in de Soviet Unie, waar Heartfield foto’s zou maken voor het blad U.S.S.R. im Bau (СССР на стройке).
Gedesillusioneerd door het communisme onder Stalin, op de vlucht voor de nazi’s, kwam hij in het kamp in Saint Marcellin en pleegde hij juni 1940 zelfmoord. Ze hebben lang geloofd dat hij zou zijn vermoord door de nazi-agenten of door communisten. Pieck en Ulbricht, de latere leiders van de DDR, hadden hem toen al uit de partij gezet.